laken
japanse toren

Het silhouet van de Japanse Toren is een befaamd landmark op de rand van het Koninklijk Domein te Laken. Het interieur daarentegen is veel minder gekend, niet in het minst doordat de Toren al sinds 1947 niet meer publiek toegankelijk is.

In 1868 vindt in Japan een politieke revolutie plaats waardoor de macht, die op dat ogenblik in handen is van de Shoguns, opnieuw verschuift naar de keizer. Dit resulteert in een radicale verwestering waarbij de mausolea van de Shoguns worden ontmanteld om op de Europese antiekmarkt te worden verkocht. In deze historische context is de Japanse toren tot stand gekomen.

In 1900 bezoekt Leopold II de wereldtentoonstelling in Parijs, waar de Tour du Monde van de Franse architect Alexandre Marcel (1860-1928) zijn belangstelling wekt. Leopold II is onder de indruk van het bouwwerk en geeft Marcel de opdracht om de Japanse Toren en het Chinees Paviljoen te ontwerpen.

Het toegangspaviljoen van de Tour du Monde wordt gerecupereerd in de Japanse Toren en de bouw start in 1902 met het optrekken van de houten structuur. De Toren telt vijf verdiepingen met telkens een tussenverdieping, die met elkaar verbonden worden door een trappenhal. Alle toenmalige moderne technieken en comfort zijn aanwezig: elektrische verlichting, een toilet met lavabo op de eerste verdieping een goederen- en personenlift en centrale verwarming. Het somptueuze interieur is, zelfs in zijn huidige verwaarloosde en vervuilde staat, nog steeds bijzonder indrukwekkend.

Tijdens het vooronderzoek, in opdracht van de Regie Der Gebouwen, is vastgesteld dat het interieur van de Japanse Toren een synergie is van Japanse lak (urushi en ikkei saishiki), Japanse polychromie (nikawa saishiki), Japanse Aventurine (nashiji), Europese Aventurine, Japanse en Europese afwerkingen op canvas, hout en stuc, metalen decoratie en Japans behang.